Titanoboa
Titanoboa is een uitgestorven reusachtige slang behorend tot de boa's die tijdens het Paleoceen voorkwam in het gebied van het huidige Colombia.
De fossielen bestaan uit zo'n 180 wervels van minstens 28 individuen, De aardlaag had een ouderdom van 58 tot 60 miljoen jaar.
De grootste wervel had een breedte van 124 millimeter. Volgens de beschrijvers had Titanoboa een geschatte lengte van dertien meter en een geschat gewicht van 1.135 kilogram, wat de soort tot de grootste bekende landslang zou maken. Het dier zou op zijn dikste punt een kleine meter in doorsnee zijn geweest.
Volgens de beschrijvers kon een poikilotherm ("koudbloedig" met omgevingsafhankelijke lichaamstemperatuur) dier als een boa slechts door een bijzonder warm klimaat zo groot worden, met een gemiddelde jaarlijkse temperatuur van 30-34 C°, tien graden hoger dan de tropen nu. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat zonnestraling de belangrijkste warmtebron van het dier was geweest, niet spieractiviteit of vertering.
Titanoboa zou in een regenwoud geleefd hebben op de wijze van de huidige anaconda, dus als wurgslang, en de meeste tijd in het water hebben doorgebracht. Het team heeft in dezelfde aardlaag nieuwe soorten schildpadden en krokodilachtigen opgegraven en die worden, naast vissen, gezien als de waarschijnlijkste prooidieren; grote zoogdieren hadden zich zo kort in het Paleogeen nog niet ontwikkeld en Titanoboa was zelf het grootste landdier dat bekend is uit die tijd.
De fossielen bestaan uit zo'n 180 wervels van minstens 28 individuen, De aardlaag had een ouderdom van 58 tot 60 miljoen jaar.
De grootste wervel had een breedte van 124 millimeter. Volgens de beschrijvers had Titanoboa een geschatte lengte van dertien meter en een geschat gewicht van 1.135 kilogram, wat de soort tot de grootste bekende landslang zou maken. Het dier zou op zijn dikste punt een kleine meter in doorsnee zijn geweest.
Volgens de beschrijvers kon een poikilotherm ("koudbloedig" met omgevingsafhankelijke lichaamstemperatuur) dier als een boa slechts door een bijzonder warm klimaat zo groot worden, met een gemiddelde jaarlijkse temperatuur van 30-34 C°, tien graden hoger dan de tropen nu. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat zonnestraling de belangrijkste warmtebron van het dier was geweest, niet spieractiviteit of vertering.
Titanoboa zou in een regenwoud geleefd hebben op de wijze van de huidige anaconda, dus als wurgslang, en de meeste tijd in het water hebben doorgebracht. Het team heeft in dezelfde aardlaag nieuwe soorten schildpadden en krokodilachtigen opgegraven en die worden, naast vissen, gezien als de waarschijnlijkste prooidieren; grote zoogdieren hadden zich zo kort in het Paleogeen nog niet ontwikkeld en Titanoboa was zelf het grootste landdier dat bekend is uit die tijd.